Door Marina de Regt
Vorige week ben ik terug gekomen van twee weken veldwerk in Jemen, het land dat ik als mijn tweede thuis beschouw. In de jaren negentig werkte ik hier zes jaar als ontwikkelingswerkster, en zowel mijn promotie-onderzoek als mijn post-doctorale onderzoek gingen over Jemen. In december 2009 was ik er voor het laatst, voornamelijk om vrienden en oud-collega’s op te zoeken. Tijdens dat verblijf deed een Nigeriaanse student een poging een Amerikaans vliegtuig op te blazen. Hij bleek als student Arabisch maandenlang in de Jemenitische hoofdstad Sana’a te hebben doorgebracht en door AQAP (al-Qaida in the Arabian Peninsula) te zijn getraind. De slechte naam die Jemen al jaren had als vrijhaven voor terroristen werd daardoor weer versterkt.
In de afgelopen drie jaar is de situatie er niet beter op geworden. In navolging van de revoluties in Tunesië en Egypte gingen jonge Jemenieten de straat op om het 33-jaar oude bewind van president Ali Abdullah Saleh omver te werpen, maar de vreedzame demonstraties werden met geweld neergeslagen. Saleh weigerde tot driemaal toe de macht over te dragen, en de chaos in het land nam toe. Ik volgde het nieuws op de voet, en was aan het begin van de revolutie hoopvol gestemd; eindelijk kwam er verandering in de neerwaartse spiraal waarin dit land zich sinds begin jaren negentig bevond. Maar mijn optimisme werd al snel de grond in geboord toen het geweld en de verdeeldheid in het land toenamen. Terwijl jong en oud, mannen en vrouwen, stamleiders en stedelingen, zij aan zij demonstreerden en “Change Square” in Sana’a in een permanent tentendorp veranderde, vond er op hoog niveau een machtsstrijd plaats. Belangrijke handlangers van Saleh, waaronder hoge legerofficieren, scheidden zich van hem af, en kozen de kant van de revolutionairen. Maar niet met de meest oprechte bedoelingen: eigenbelang stond voorop. Er vonden hevige gevechten plaats in Sana’a tussen de verschillende legereenheden en er werden veel onschuldige slachtoffers gemaakt.
In november 2011 stemde Saleh eindelijk in met zijn vertrek, maar alleen onder voorwaarde dat zijn toenmalige vice-president president zou worden, en hijzelf en zijn familieleden — waarvan velen topfuncties hadden — amnestie zouden krijgen. De honderden doden en duizenden gewonden die zijn gevallen als gevolg van zijn regime, en in het bijzonder het gewelddadig neerslaan van de demonstraties, zijn hem kwijtgescholden. In februari 2012 werd de nieuwe president officieel gekozen, waarna er een overgangsregering werd geïnstalleerd. De helft van deze regering bestaat uit leden van het oude regime van Saleh, de andere helft uit leden van de oppositiepartijen. Het Jemenitische poldermodel, zouden we kunnen zeggen.
In tegenstelling tot de leiders die in Tunesië en Egypte werden gedwongen tot opstappen, speelt Saleh nog steeds een grote rol in Jemen. Hij woont nog gewoon in Sana’a, voert besprekingen met stamleiders en andere belangrijke partijen, en doet zijn best het transitieproces te beïnvloeden, of beter gezegd te verstoren. Zijn nauwe banden met Saudi Arabië en de Verenigde Staten, maar ook met Al-Qaida, gebruikt hij om verdeeldheid te zaaien. Op 18 februari opende hij een museum over zichzelf, waar je brillen, geweren en de restanten van de kleding die hij droeg tijdens een aanslag in 2011 kunt bekijken. Ook organiseerde hij een publieke parade middenin de stad, op de plek waar hij als president parades bijwoonde, en hield hij een speech voor zijn aanhang. In hoeverre het publiek vrijwillig aanwezig was is de vraag; de geruchten dat mensen worden omgekocht om hem toe te juichen zijn talrijk.
Mijn Jemenitische vrienden zijn verdeeld over de toekomst van het land. Sommigen zijn hoopvol gestemd en vinden dat er veel veranderd is in de afgelopen twee jaar. Saleh is aan de kant geschoven en iedereen kan nu zeggen wat hij of zij wil. Het transitieproces heeft tijd nodig maar verandering zal er komen. Anderen vinden dat de situatie in Jemen er alleen maar slechter op is geworden. Saleh willen ze niet terug, maar de chaos die hij veroorzaakt heeft is niet te overzien. Het land is verdeelder dan ooit, de veiligheidssituatie is zeer slecht, en de economie belabberd.
Ondanks alle problemen waar Jemen voor staat was ik blij terug te zijn. Ik heb weer genoten van de Jemenitische gastvrijheid, het weerzien met allerlei vrienden, het mooie Arabisch, de prachtige architectuur, de gebedsoproep in de vroege ochtend, en de algehele sfeer. Ik zag de armoede, de chaos op straat, het gebrek aan onderhoud en structuur, maar Jemen blijft Jemen en hopelijk nog vele jaren.
Marina de Regt is Universitair Docent bij de Afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU
